De zwervende tuinbeelden van Oud-Amelisweerd

22/06/2022 

Waarom staan de beelden langs de Beeldenlaan van Oud-Amelisweerd er niet meer? Ze blijken nogal wat omzwervingen te hebben gemaakt.

Door Arjan den Boer

De zwervende tuinbeelden van Oud-Amelisweerd

Een veelgestelde vraag aan Landhuis Oud Amelisweerd en het Centraal Museum is: waar zijn toch die beelden gebleven? Mensen bedoelen dan de zes antieke tuinbeelden die van 1959 tot 1976 langs de Beeldenlaan van landgoed Oud-Amelisweerd hebben gestaan. Enkele funderingsstenen zijn nog aanwezig en de beelden zelf leven kennelijk voort in de herinnering van de naoorlogse generatie. Een kunstproject van HKU-studenten vult deze zomer tijdelijk het gat.

Gastauteur Arjan den Boer zocht uit hoe de beelden destijds zijn verdwenen, waar ze zijn gebleven en waar ze oorspronkelijk vandaan kwamen. De kunstwerken blijken nogal wat omzwervingen te hebben gemaakt in de afgelopen drie eeuwen.

Omstreden bruikleen

In september 1958 schreef het Stan Huygens Journaal in de Telegraaf over de verkoop van kasteel Beverweerd in Werkhoven bij Bunnik. Lutgardis gravin zu Castell-Castell van Rechteren Limpurg had het familiekasteel verkocht aan de Quakers, die er een kostschool begonnen. ‘Ik hoor nu, dat er ongenoegen is ontstaan over zes mooie Italiaanse tuinbeelden, die al dan niet in de koop zijn inbegrepen’, schreef Paul de Casparis in de societyrubriek. De kopers vonden dat de beelden bij het kasteel hoorden, de gravin vond van niet en had ze inmiddels in bruikleen gegeven aan het Centraal Museum in Utrecht.

‘Verstoorde rust om zes tuinbeelden’, schreef het Utrechtsch Nieuwsblad bij een foto van de kunstwerken in de idyllische museumtuin. Er dreigde een rechtszaak, die kon worden voorkomen door ‘wederzijdse besprekingen’. Ondertussen wachtte het Centraal Museum ‘gelaten de gang van zaken af’.

Beelden Apollo en Bacchus bij kasteel Beverweerd vlak voor verwijdering in 1958. Foto C.L. Temminck Groll, Het Utrechts Archief.

Drie jaar eerder had de gemeentelijke adviescommissie Beeldende Kunst het idee besproken om een beeldenlaan te maken in Oud-Amelisweerd. Dit landgoed was in 1953 door de gemeente Utrecht opengesteld voor publiek. Er moeten ooit al beelden langs de middenlaan hebben gestaan, getuige de vanouds gangbare benaming Beeldenlaan. De commissieleden vonden een (herstelde) beeldenlaan een mooie gedachte, maar de te plaatsen beelden moesten wel kwaliteit hebben en historisch gezien passen. Daarom werd het idee aangehouden. Dat veranderde met de bruikleengave van de zes Beverweerdse beelden. Die waren — afkomstig van een vergelijkbaar landgoed aan de Kromme Rijn — immers zeer toepasselijk. Burgemeester en wethouders besloten dat ze in Oud-Amelisweerd moesten komen, tot ongenoegen van Elisabeth Houtzager, de directrice van het Centraal Museum, destijds een gemeentelijke dienst. Zij wilde de kunstwerken liever in haar ‘eigen’ tuin houden, waar ze beter bewaakt werden. Haar zorgen over de beveiliging in Oud-Amelisweerd zouden later terecht blijken, maar werden genegeerd.

Toen het in 1959 zeker was dat de Quakers afzagen van hun aanspraak op de zes beelden, werden die in Oud-Amelisweerd geplaatst, aan weerszijden van de groene laan achter het landhuis. Aanvankelijk zouden telkens twee beelden recht tegenover elkaar komen, maar uiteindelijk werden ze verspringend geplaatst. De kosten van de plaatsing kwamen ten laste van het Fonds Stadsverfraaiing. Met de gravin werd afgesproken dat de gemeente niet aansprakelijk was voor schade door derden. Bovendien zouden de parkwachters en toegangskaarten die Oud-Amelisweerd toen nog kende, een garantie vormen tegen vandalisme. De gemeente liet de kunstwerken dan ook niet verzekeren. Het leek al snel of de beelden altijd al in Oud-Amelisweerd hadden gestaan. Volgens een krantenbericht uit 1961 gaven ze het aanzicht van ‘een landschap op een schilderij van Willink’.

De door Marinali gesigneerde beelden Flora (lente) en Hiems (winter). Foto: Het Utrechts Archief

Italiaanse afkomst

Het ging om vier Italiaanse beelden uit het jaar 1700, gesigneerd door de beeldhouwer Angelo Marinali (1654-1702) uit Vicenza. De meer dan levensgrote standbeelden stelden de vier seizoenen voor, in de personen van Flora (voorjaar), Ceres (zomer), Bacchus (herfst) en Hiems (winter). Als attributen droegen ze achtereenvolgens bloemen, korenaren, druiventrossen en een vuurpot.

De twee andere beelden van onbekende beeldhouwers stellen Bacchus (met wijnkelk) en Apollo (met pijlenkoker) voor. Waarschijnlijk horen ze oorspronkelijk niet bij elkaar. De Apollo vertoont enige gelijkenis met een Apollobeeld in Heino, toegeschreven aan de beeldhouwer Bartholomeus Eggers (1637-1692). De zes beelden vormen dus geen evenwichtig ensemble; er zijn vier mannen en twee vrouwen en de god van de wijn is dubbel vertegenwoordigd.

De zandstenen beelden hadden sinds ongeveer 1860 in het park van kasteel Beverweerd gestaan, langs de Kromme Rijn in Werkhoven. De toenmalige baron Hendrik Jacob Carel Johan van Heeckeren van Enghuizen had halverwege de 19e eeuw een nieuw koetshuis, bruggen en hekken laten maken en de tuinaanleg laten veranderen in Engelse landschapsstijl met slingerpaden, gazons en bossages. In die setting pasten ook de tuinbeelden, die romantisch door de tuin heen worden ‘gestrooid’. De baron had ze waarschijnlijk op veilingen gekocht.

Kasteel Beverweerd met links en rechts daarvan twee van de beelden. Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

De herkomst van de beelden is onzeker, maar een mogelijkheid is de volgende. In 1838 had geldgebrek de familie Chiericati uit Vicenza gedwongen tot verkoop van vier beelden van Angelo Marinali, afkomstig uit vier nissen aan hun stadspaleis. Dit vermaarde Palazzo Chiericati was een ontwerp van niemand minder dan Andrea Palladio en was pas ruim een eeuw na diens dood voltooid en voorzien van beelden. Volgens een bron ging het inderdaad om de vier seizoenen, hoewel andere literatuur dat tegenspreekt. Ook al waren het misschien niet dezelfde beelden, de plek aan het palazzo zegt wel iets over het aanzien dat de beeldhouwer genoot.

Angelo Marinali maakte eind 17e eeuw veel classicistische beeldhouwwerken voor kerken en villa’s in de omgeving van Vicenza. Hij werkte soms samen met zijn beeldhouwende broers Francesco en Orazio Marinali, waardoor hun werk niet altijd van elkaar is te onderscheiden. Angelo’s grootste opdrachtgever was de welgestelde familie Labia, voor wie hij in vijftien jaar tijd zo’n vijftig beelden maakte. In zijn handgeschreven opdrachtenlijst voor die familie komen echter geen ‘quattro stagioni’ voor. Wel is een beeldenserie van de vier seizoenen door Marinali bewaard in het D’Amour Museum of Fine Arts in Springfield, Massachusetts. Daar zijn de jaargetijden verbeeld door vier vrouwen, terwijl het gebruikelijker was om herfst en winter als mannenfiguren af te beelden.

De vier jaargetijden waren in de 17e en 18e eeuw in heel Europa een geliefd thema in de beeldhouwkunst, uiteraard bijzonder toepasselijk voor tuinbeelden. Ook tuinvazen met reliëfs van de seizoen waren geliefd. De attributen van de mythologische figuren verwezen naar wat er groeide en geoogst werd in het betreffende seizoen, zoals bloemen in het voorjaar, koren in de zomer en wijnranken in de herfst. In de tuinstijlen van rond 1700 was symmetrie erg belangrijk, wat goed uitkwam met het even aantal van vier seizoenen. Behalve naar de jaargetijden in de natuur verwezen de allegorische voorstellingen ook naar de vier levensfasen van de mens: kindertijd, jeugd, volwassenheid en ouderdom.

De beschadigde beelden Ceres (zomer) en Bacchus in 1974. Foto: Het Utrechts Archief.

Vandalisme en verdwijning

‘Na een tiental jaren van ongestoord staan, zijn ook deze beelden object geworden van de hedendaagse destructie-zucht, die zich overal, ook in Utrecht, doet gelden.’ Dat schreef oud-gemeentearchivaris Johannes van Campen in 1974 in het Maandblad Oud-Utrecht. Kennelijk was het de tijdgeest, want ook in de stad zelf werden in die jaren vaak beelden vernield. In 1973 was al de hand van de oude Hiems (winter) afgeslagen en waren de Amelisweerdse beelden met ‘gemene rode verf’ besmeurd, die zo goed mogelijk werd verwijderd. Het jaar daarop werd Apollo achterover van zijn voetstuk getrokken en toen hij weer rechtop stond werd zijn pijlenbundel er afgeslagen. Ook krasten veel mensen hun naam in de beelden.

De gemeentelijke Dienst Openbare Werken stelde een rapport op over de schade die de beelden te lijden hadden door vandalen en weersinvloeden. De conclusie leidde ertoe dat ze in 1976 veilig maar onzichtbaar werden ondergebracht in het depot van het Centraal Museum. Gravin Castell — die toen in Florence verbleef — besloot bij die gelegenheid de twee beelden van Apollo en Bacchus definitief aan het museum te schenken; de vier seizoenen bleven echter in bruikleen. In 1981 werd het viertal tentoongesteld in het Centraal Museum tijdens de expositie Lusthof aan de Vecht. Die ging over de Utrechtse buitenplaats Zijdebalen met z’n uitgestrekte tuinen, waar vergelijkbare beelden hadden gestaan. In 1988 waren ze ook nog te zien op een tentoonstelling over tuinkunst in of bij Paleis het Loo.

De vier seizoenen op de expositie Zijdebalen, Lusthof aan de Vecht, 1981.

In 1989 overleed de gravin Zu Castell-Castell van Rechteren Limpurg. Een systeemkaartje uit het archief van het Centraal Museum maakt duidelijk dat er in mei 1990 een einde kwam aan de bruikleen van de vier beelden. De kunstwerken, inmiddels door het museum verzekerd voor 80.000 gulden, werden toen opgehaald door een transportfirma uit Brussel. In 1958 had de chef Culturele Zaken van de gemeente al tevergeefs aangedrongen op een gift in plaats van een bruikleen, onder meer vanwege het gevaar ‘dat later de erfgenamen de zaak ongedaan zouden maken’.

Nieuwe Beeldenlaan?

Odilia prinzessin Reuss zu Castell-Castell, dochter van de gravin, laat desgevraagd weten dat zij het vanzelfsprekend vond om de bruikleen te beëindigen na de dood van haar moeder. De familie heeft de beeldengroep in 1990 laten veilen bij een groot veilinghuis in Londen. De beelden zijn volgens familieherinneringen gekocht door ‘een Amerikaan’; details ontbreken echter. Aangezien ze via internet of in de literatuur niet vindbaar zijn bij een museum of instelling, moeten we aannemen dat de vier seizoenen zich nog in privébezit bevinden in de Verenigde Staten.

Bacchus en Apollo in het depot van het Centraal Museum, 2022. Foto Saskia Smet.

De twee beelden van Bacchus en Apollo worden nog altijd bewaard in het depot van het Centraal Museum. Gezien de matige staat, weersinvloeden en beveiliging kan er geen sprake zijn van terugplaatsing aan de Beeldenlaan. Ze kunnen wellicht wel (tijdelijk) getoond worden in de hal van Landhuis Oud Amelisweerd. Voor aan de laan zouden ambachtelijk gehouwen, kalkstenen Four Season Statues naar ’the Marinali school’ besteld kunnen worden in Italië. Een beter idee is om werken van hedendaagse kunstenaars te plaatsen aan de Beeldenlaan, al dan niet met een knipoog naar de seizoenen of het verleden.

Dat is precies wat het kunstproject Recycling the Image doet onder leiding van Anno Dijkstra. Tien HKU-studenten maken werk aan de Beeldenlaan — grotendeels op de plekken van de verdwenen beelden — op basis van materialen uit Oud-Amelisweerd, zoals hout maar ook koeienstront. Zo ontstaat er vanzelf een link met de seizoenen. Het gebruik van organische materialen in plaats van steen past bij de tijdelijkheid van het project. De opening is op 22 juni 2022 en de werken zullen tot half september te zien zijn. Misschien wordt het kunstproject langs de Beeldenlaan wel een jaarlijkse traditie, als een klein Sonsbeek in Oud-Amelisweerd.

HKU-student Guus Holtman werkt langs de Beeldenlaan aan zijn sculptuur op basis van een boomstronk. Foto: Arjan den Boer.

Bronnen en literatuur

  • Het Utrechts Archief, 1007-3 Gemeentebestuur van Utrecht 1813-1969 deel 3: 30032 Amelisweerd: beelden … (1955) 1958-1959.
  • Het Utrechts Archief, 43 Centraal Museum te Utrecht: 131/132 Ingekomen stukken … 1958.
  • Diverse kranten via delpher.nl en hetutrechtsarchief.nl.
  • G. Barioli, ‘Il palazzo Chiericati,’ in: Il gusto e la moda nel Cinquecento vicentino e veneto (Vicenza 1973) p. 17-28.
  • J.W.C. van Campen, ‘De beeldenlaan op Oud-Amelisweerd’, Maandblad Oud-Utrecht september 1974, p. 65-67.
  • Bea Groen, Bijzondere bewoners van Oud Amelisweerd (ongepubliceerde tekst, 2014).
  • Jan Klinckaert, De verzamelingen van het Centraal Museum. Beeldhouwkunst tot 1850 (Utrecht 1997), p. 630-632.
  • Dennis de Kool, ‘Vermiste jaargetijden. De zwerftocht van vier beelden uit Oud-Amelisweerd’, Tijdschrift Oud-Utrecht augustus 2011, p. 124-126.
  • Dennis de Kool, ‘De vier jaargetijden in beeld’, Vitruvius 42 (januari 2018), p. 14-18.
  • Clauco Benito Tiozzo, Angelo Marinali Scultore e il Carteggio Labia (Mirano 1999).

OP DE HOOGTE BLIJVEN

schrijf je in voor de nieuwsbrief

OP DE HOOGTE BLIJVEN
VAN EXPOSITIES?

NU TE ZIEN